prepositioneel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pre·po·si·ti·o·neel
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van prepositie met het achtervoegsel -eel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | prepositioneel | prepositioneler | prepositioneelst |
verbogen | prepositionele | prepositionelere | prepositioneelste |
partitief | prepositioneels | prepositionelers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
prepositioneel
- als voorzetsel
Verwijzingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord prepositioneel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.