predikanten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·di·kan·ten

Zelfstandig naamwoord

de predikantenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord predikant
     Zo kwam ik bij de vraag: geloof ik in God? Hoewel ik protestant ben opgevoed en mijn hele leven als religieuze pelgrim op zoek naar God van kerk naar kerk zwierf ben ik nooit een grote fan van predikanten geweest.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia