predestineer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pre·des·ti·neer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
predestineren |
predestineer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van predestineren
- Ik predestineer.
- gebiedende wijs van predestineren
- Predestineer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van predestineren
- Predestineer je?