precair
Uiterlijk
- pre·cair
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hachelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1909 [1]
- afgeleid van het Franse précaire met het achtervoegsel -air [2]
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | precair | precairder | precairst |
| verbogen | precaire | precairdere | precairste |
| partitief | precairs | precairders | - |
precair [3]
- Het woord precair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "precair" herkend door:
| 90 % | van de Nederlanders; |
| 82 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "precair" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ precair op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Achtervoegsel -air in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 90 %
- Prevalentie Vlaanderen 82 %