pramen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pra·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pramen
praamde
gepraamd
zwak -d volledig

Werkwoord

pramen

  1. overgankelijk heftige druk uitoefenen op (zowel letterlijk als figuurlijk opgevat)
    • Onbekenden hebben geprobeerd in te breken in een woning door de achterdeur open te pramen. [3]
    • Laurette Onkelinx meldde gisteren dat het ontbreken van een akkoord met Electrabel niet noodzakelijk een probleem hoeft te zijn. Met als adagio: als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks. Voor de poort van de zestien meldde ze dat er nog altijd een heffing opgelegd kan worden aan Electrabel als de Suezdochter niet tot een vrijwillige compensatie te pramen is. [4]
    • Of is het niet de grootste onbeleefdheid en onbescheidenheid, iemand met geweld te pramen meer te drinken, dan hy verdragen kan en zich ontevreden tegen hem toonen, indien hy het niet doet. [5]
    • Want God, de bron der klaarheid,
      Zoekt simpelheid en waarheid,
      En Hij vergeldt het boos geweld
      Van alle kwaân, die stout bestaan
      Onnoozelen te pramen.
       [6]
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

de pramenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord praam

Gangbaarheid

52 % van de Nederlanders;
49 % van de Vlamingen.[7]

Verwijzingen


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • pra·men

Zelfstandig naamwoord

pramen monbezield

  1. bron, spreng; een plaats waar water uit de grond komt
    «Svůj srub postavil nedaleko vydatného pramene.»
    Zijn blokhut bouwde hij niet ver van een overvloedige bron vandaan.
  2. streng, haarstreng; bundel haren
    «Odstřihla si pramen vlasů.»
    Zij heeft haar haarstreng afgeknipt.
  3. bron, informatiebron; daar waar men informatie vandaan haalt
    «Pramenem pro můj referát byla tato kniha.»
    De bron voor mijn presentatie was dit boek.
  4. bron, oorsprong; een object waarvan iets uitgaat
    «Láska byla pramenem její vášně.»
    Liefde was de oorsprong van haar hartstochten.
  5. vlot, houtvlot; aan elkaar verbonden boomstammen
Verbuiging
Synoniemen
  1. zřídlo o
  2. svazek monbezield
  3. zdroj monbezield
  4. původ monbezield, prapůvod monbezield, (formeel) símě v
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • léčivý pramen monbezield – helende bron
  • termální pramen monbezield – warmwaterbron
  • uvedení pramenů obronvermelding
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

Verwijzingen

Meer informatie