pracuješ
Slowaaks
Uitspraak
- IPA: /pratsujɛʃ/
Woordafbreking
- pra·cu·ješ
Werkwoord
pracuješ
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van pracovať
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /pratsʊjɛʃ/
Woordafbreking
- pra·cu·ješ
Werkwoord
pracuješ
- informeel tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord pracovat