potverteert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pot·ver·teert

Werkwoord

vervoeging van
potverteren

potverteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van potverteren
    • Jij potverteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van potverteren
    • Hij potverteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van potverteren
    • Potverteert!