potverteer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: potverteer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pot·ver·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
potverteren |
potverteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van potverteren
- Ik potverteer.
- gebiedende wijs van potverteren
- Potverteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van potverteren
- Potverteer je?