pottenbakkerswesp
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- pot·ten·bak·kers·wesp
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pottenbakker zn en wesp zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pottenbakkerswesp | pottenbakkerswespen |
verkleinwoord | pottenbakkerswespje | pottenbakkerswespjes |
Zelfstandig naamwoord
- (vliesvleugeligen) Trypoxylon figulus wesp behorend tot de familie van de graafwespen (Crabronidae). Deze soort vangt kleine spinnen die als voedsel gebruikt worden voor de larven. Ze maken hun nest vooral in plantenstengels, houtwormgaten en kleicellen. De grootte varieert tussen de 8 en de 15 mm, waarbij de mannetjes opvallend kleiner zijn dan de vrouwtjes. Hun nestholen worden afgesloten met een laagje klei
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'pottenbakkerswesp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 17
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Vliesvleugeligen in het Nederlands
- Insecten in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal