potscherf

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

potscherf
Uitspraak
Woordafbreking
  • pot·scherf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord potscherf potscherven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de potscherfv / m

  1. deel van een gebroken pot van aardewerk
    • Op dit moment is het archeologisch onderzoek bezig aan de zuidkant van de Leugemorsweg. Voor het oog van de camera's haalt Flamman een grote potscherf uit de veiliggestelde bodemvonsten. "De maat en ronding duidt erop dat dit een forse voorraadpot was", schetst de archeoloog met zijn handen een maat 'flinke viskom'. [2] 
    • Rond 1850 verordonneerde staatsman Thorbecke dat straten een naam moesten krijgen, vertelt René Dings. „Maar de gemeenten voelden zich nog niet meteen geroepen, dus vernoemden aannemers hun zussen en zoons. Nu zijn er hele componistenbuurten en vogelwijken. Maar er is ook een Vinexlocatie die Middeleeuwen heet, met straatnamen als Vuistbijl of Potscherf. En als je er rechtdoor rijdt, kom je zo in de Romeinse Tijd.” [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[4]


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia 18-01-17 Video | Geen karrensporen onder nieuwe N18
  3. De Telegraaf MARIE-THÉRÈSE ROOSENDAAL 21 feb. 2017 Ja echt, Eendekotsweg..
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be