pothelm

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

agenten met pothelm
Uitspraak
Woordafbreking
  • pot·helm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pothelm pothelmen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

pothelm m [1]

  1. (verkeer) (hoofddeksel) ouderwetse, bolvormige, gesloten helm
    • De man reed op een oud model motor en droeg een groengekleurde jas en een model pothelm. [2] 
    • De Porsches werden ingezet om het aantal ernstige ongelukken op de snelwegen te verminderen. „Toentertijd gold er nog geen maximumsnelheid en vangrails ontbraken op de snelwegen. De snelle Porsches konden snelheidsduivels inhalen en tot stoppen dwingen”, aldus het Louwman Museum donderdag. „Met de lange leren jassen en de pothelmen boezemden politiemensen ontzag in.” [3] 
    • Honderden motoren, brommers, scooters en fietsen met hulpmotor, van 25 jaar of ouder. Allemaal te bekijken, ruiken en aaien in het zonnetje. Het leuke is dat de meeste er pruttelend en ploffend door hun baasjes – soms met lange leren jas en pothelm - naartoe zijn gereden. [4] 

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen