poten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Aardappelen poten in Opperdoes op Wikipedia (nl) (maart 1951).
Uitspraak
Woordafbreking
  • po·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘planten in de grond steken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
poten
pootte
gepoot
zwak -t volledig

Werkwoord

poten

  1. overgankelijk ondiep in de aarde stoppen, met name van bollen, wortels, zaden e.d. om deze te laten groeien
    • Deze aardappels moeten nog gepoot worden. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de potenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord poot

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·ten
Naar frequentie 53860

Zelfstandig naamwoord

poten

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van pote


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·ten

Zelfstandig naamwoord

poten

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van pote