postulant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pos·tu·lant
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van postuleren met het achtervoegsel -ant [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | postulant | postulanten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de postulant m
- (religie) kloosterling die de wens te kennen heeft gegeven in de orde te worden opgenomen, tijdens het postulaat
- dinger naar een ambt
Gangbaarheid
- Het woord postulant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "postulant" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ postulant op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be