postmenopauzaal

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  postmenopauzaal    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• post·me·no·pau·zaal

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van menopauze met het voorvoegsel post- en met het achtervoegsel -aal

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	postmenopauzaal	postmenopauzaler	postmenopauzaalst
verbogen	postmenopauzale	postmenopauzalere	postmenopauzaalste
partitief	postmenopauzaals	postmenopauzalers	-

Bijvoeglijk naamwoord

postmenopauzaal

1. (medisch) na de overgangsjaren bij de vrouw

Vertalingen

    1. na de overgangsjaren bij de vrouw   

Engels: postmenopausal (en)

Gangbaarheid

• Het woord postmenopauzaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.