postelatief

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • post·ela·tief
enkelvoud meervoud
naamwoord postelatief postelatieven
verkleinwoord postelatiefje postelatiefjes

Zelfstandig naamwoord

postelatief

  1. (grammatica) een naamval die voorkomt in een taal als Lezgi en die uitdrukt wat in het Nederlands gewoonlijk met het voorzetsel vanachter uitgedrukt wordt: een beweging vanaf de achterzijde van iets anders

Gangbaarheid