positioneerden
Uiterlijk
- po·si·ti·o·neer·den
vervoeging van |
---|
positioneren |
positioneerden
- meervoud verleden tijd van positioneren
- Wij positioneerden.
- Jullie positioneerden.
- Zij positioneerden.
- Wij positioneerden.
- Het woord positioneerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.