positioneer
Uiterlijk
- Geluid: positioneer (hulp, bestand)
- po·si·ti·o·neer
vervoeging van |
---|
positioneren |
positioneer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van positioneren
- Ik positioneer.
- gebiedende wijs van positioneren
- Positioneer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van positioneren
- Positioneer je?
- Het woord positioneer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.