popularisering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·pu·la·ri·se·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord popularisering populariseringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de populariseringv

  1. het bekend en geliefd worden bij een groot publiek
     Pas in onze zelfbewuste tijd van de popularisering van kennis is, dankzij het sterkste wapen tegen onwetendheid, de verspreiding van drukwerk, het vraagstuk van de vrije wil op een niveau gebracht waar het vraagstuk zelf niet kan bestaan.[1]
     Er werden vooral meer duurzame koffie (+52 procent), eieren (+40 procent) en zuivel en drank (+30 procent) verkocht. De sectoren vlees (0 procent) en vis (- 4 procent) deden niet mee aan de popularisering. Dit komt volgens het ministerie onder meer doordat er sowieso minder is uitgegeven aan vis en vlees. Ook is er minder vis met een keurmerk gevangen.[2]
  2. vereenvoudigen van wetenschappelijke kennis zodat ook niet-wetenschappers de resultaten van onderzoek kunnen begrijpen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 januari 2022 Weblink bron “Verkoop duurzaam voedsel fors gestegen” (28-10-2015), NOS