popsat
Uiterlijk
- po·psat
popsat perfectief
- beschrijven; in woorden uitdrukken
- «Popsal život na venkově.»
- Hij heeft het leven op het platteland beschreven.
- «Popsal život na venkově.»
- beschrijven, volschrijven
- «Už popsala celý sešit.»
- Zij heeft al het hele schrift volgeschreven.
- «Už popsala celý sešit.»
| enkelvoud | meervoud | ||
|---|---|---|---|
| eerste persoon | popíši / popíšu | popíšeme | |
| tweede persoon | informeel | popíšeš | popíšete |
| formeel | popíšete | ||
| derde persoon | popíše | popíší / popíšou | |
- Oude schrijfwijze: popsati perfectief