poppenspel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pop·pen·spel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord poppenspel poppenspelen
poppenspellen
verkleinwoord poppenspelletje poppenspelletjes

Zelfstandig naamwoord

het poppenspelo

  1. een opvoering met poppen
    • De kinderen genoten volop van het poppenspel. 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen