popo's
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: [A] pópo's (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpopos / (2 lettergrepen)
- Geluid: [B] popó's (hulp, bestand)
- IPA: / poˈpos / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- po·po's
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
de [A] pópo's mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord popo
- ▸ Toen rende er een jongetje in een blauw Adidas-trainingspak de straat in en sloeg alarm: 'Popo's! Popo's! Popo's!'[1]
Zelfstandig naamwoord
de [B] popó's mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord popo
- ▸ De mannen lijken in de schemer met hun halfgebogen armen boven het hoofd, of tot op de schouders teruggetrokken handen, met hun naar achteren gestoken popo's konijntjes, kangeroe's, die klaar staan hun sprong te nemen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord popo's staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Iedereen krijgt klappen” (2013), Overamstel Uitgevers, ISBN 9789048815616, hfst. 8
- ↑ Weblink bron Philip Mechanicus“In dépôt.”, 4e druk (1989), Van Gennep, Amsterdam, ISBN 9060128117, p. 230 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren