popdiva

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pop·di·va
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord popdiva popdiva's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de popdivav

  1. een beroemde popzangeres (met bijzonder en soms ronduit vervelend en verwaand gedrag)
    • Op de beelden is te zien hoe de Duitse popdiva geheel onvoorbereid deelneemt aan een repetitie met 't Hoen en de rest van de band. De lijst van 38 nummers die zij had moeten oefenen ten spijt, maakt zij direct bij binnenkomst duidelijk geen van de nummers te willen spelen.[1] 
    • Fans die komend weekend in de Ziggo Dome naar het concert van Madonna komen, moeten er rekening mee houden dat de popdiva later kan beginnen.[2] 

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen