poorter
Uiterlijk
- poor·ter
- In de betekenis van ‘burger’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1236 [1]
- afgeleid van poort met het achtervoegsel -er [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | poorter | poorters |
verkleinwoord | - | - |
- (geschiedenis) burger van een stad die zich het recht verworven had binnen de poorten van een plaats met stadsrechten te wonen
- Het woord poorter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "poorter" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "poorter" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ poorter op website: Etymologiebank.nl
- ↑ poorter op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be