poorste
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- poor·ste
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
poorsen |
poorste
- enkelvoud verleden tijd van poorsen
- Ik poorste.
- Jij poorste.
- Hij, zij, het poorste.
- Ik poorste.
vervoeging van |
---|
poorsen |
poorste