pompbak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Een pompbak in een ouderwetse keuken.
Uitspraak
Woordafbreking
  • pomp·bak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pompbak pompbakken
verkleinwoord pompbakje pompbakjes

Zelfstandig naamwoord

de pompbakm

  1. bak die het water opvangt van een kraan
    • Bregman ontvangt zijn gasten in de voormalige keuken, die bijna de hele onderste verdieping van het huis beslaat. Plavuizen op de vloer, een grote schouw, een pompbak in de hoek. Simpel en authentiek: dit is geen keuken waarnaar je vanachter een touwtje bewonderend mag kijken, hier mag je gewoon plaatsnemen op een van de stoelen met biezen zittingen en koffie drinken uit de automaat die achter een deur verborgen zit. Vlak achter de glas-in-loodramen blinkt het water van de gracht. [2] 
    • 'Je kan je niet voorstellen hoe snel de dieven hier in onze straat wel kunnen toeslaan', vertelt Francis Thoen, die samen met zijn echtgenote Helène Verbeeren al 33jaar in een rijwoning in de Meyskensstraat in Wemmel woont. 'Onlangs zette ik een inox pompbak buiten om die in mijn auto te laden en naar mijn dochter te brengen. [3] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

75 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Reformatorisch Dagblad Enny de Bruijn 17 juli 2002 „De sleutel van mijn hart is die van deze tuin”
  3. De Standaard 12 mei 2010 Joris Herpol 'Pompbak gestolen in enkele seconden'
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be