polymer

Schots

Zelfstandig naamwoord

polymer

1. (scheikunde) polymeer; een reuzenmolecuul dat bestaat uit een sequentie van één of meerdere identieke of soortgelijke onderdelen die aan elkaar zijn gekoppeld

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /pɔlɪmɛr/

Woordafbreking

• po·ly·mer

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling met het voorvoegsel poly- en met het achtervoegsel -mer

Zelfstandig naamwoord

polymer monbezield

1. (scheikunde) polymeer; een reuzenmolecuul dat bestaat uit een sequentie van één of meerdere identieke of soortgelijke onderdelen die aan elkaar zijn gekoppeld

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	polymer	polymery
genitief	polymeru	polymerů
datief	polymeru	polymerům
accusatief	polymer	polymery
vocatief	polymere	polymery
locatief	polymeru	polymerech
instrumentalis	polymerem	polymery

Afgeleide begrippen

kopolymer monbezield polymerát monbezield polymerický

polymerisovat / polymerizovat / polymerovat imperfectief / perfectief polymerní polymerový

Verwante begrippen

dimer monbezield kopolymerace v kopolymerový monomer monbezield oligomer monbezield

polymerace / polymerisace / polymerizace v polymerační / polymerisační / polymerizační polymericky (bw.) polymerisátor / polymerizátor monbezield trimer monbezield

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)