politiepatrouille
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: politiepatrouille (hulp, bestand)
- IPA: /poˈli(t)sipaˌtruːjə/
Woordafbreking
- po·li·tie·pa·trouil·le
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van politie en patrouille
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | politiepatrouille | politiepatrouilles |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- enkele agenten die samen een gebied doorkruisen om het te bewaken of te verkennen
- De inbraak zelf verliep gladjes, maar een politiepatrouille hield de dief twee straten verder aan.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord politiepatrouille staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.