politieke

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·li·tie·ke

Bijvoeglijk naamwoord

politieke

  1. verbogen vorm van de stellende trap van politiek
     Want de arbeidersmeerderheid had het probleem dat ze geen opgeleide mensen hadden voor alle bureaucratische en politieke posten.[1]
     Er was ons gezegd dat we met zijn zessen naast elkaar moesten lopen. Net als bijna alles in het leven had dat een politieke reden.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044625691
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044633535

Afrikaans

Bijvoeglijk naamwoord

politieke

  1. attributieve vorm van politiek