politiebureau
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- po·li·tie·bu·reau
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van politie en bureau
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | politiebureau | politiebureaus |
verkleinwoord | politiebureautje | politiebureautjes |
Zelfstandig naamwoord
politiebureau o
- een gebouw van waaruit de politie haar activiteiten ontplooit
- ▸ Eerder zei de politie Amsterdam dat de melding van Nathalie de enige was. Na nieuw contact bevestigt de politie nu dat er "een handvol meldingen" bekend zijn. Meer politiebureaus bevestigen dat het probleem mogelijk groter is dan nu bekend.[1]
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord politiebureau staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron
Jeroen Gortworst“Meer aangiftes van drogeren met een naald, landelijk beeld ontbreekt” (15 mei 2022), NOS