polio
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- po·lio
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kinderverlamming’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1957 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | polio | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) een ziekte veroorzaakt door het poliomyelitisvirus die tot verlammingsverschijnsel leidt
- Door vaccinatie is polio gelukkig in belangrijke mate bedwongen.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een ziekte veroorzaakt door het poliomyelitisvirus die tot verlammingsverschijnsel leidt.
Gangbaarheid
- Het woord polio staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "polio" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Engels
enkelvoud | meervoud |
---|---|
polio | - |
Zelfstandig naamwoord
polio
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 5
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Medisch in het Engels