polemologie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·le·mo·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘de leer van het ontstaan van oorlogen’ voor het eerst aangetroffen in 1970 [1]
  • uit het Grieks met het achtervoegsel -logie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord polemologie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de polemologiev

  1. de wetenschap die gaat over de oorzaken van oorlog en vrede waarbij het bereiken van een duurzame vrede het doel is
    • Timing is een cruciale factor binnen de polemologie. Voor minister van Defensie Pieter De Crem (CD&V) is het basiskennis. Maandagavond vertrekt hij met een parlementaire delegatie naar Afghanistan, onder wie parlementsleden van de SP.A en Groen! die kritisch zijn over de opdracht van 'onze jongens' in Kandahar, Kabul en Kunduz. 'We willen de parlementsleden laten zien hoe onze mensen werken, wat de omstandigheden ter plaatse zijn en wat de opdracht is van België', zegt de woordvoerder van De Crem. De reis had op geen interessanter moment kunnen vallen, zo vijf dagen na de raketbeschieting tegen de Navo-basis in Kandahar, waarbij twee Belgische militairen gewond raakten. [3] 
    • Röling werd geboren in Utrecht als zoon van de rechter en voortrekker van de polemologie prof. B.V.A. Röling. Hij was de tweede in een gezin van vijf kinderen die allemaal een artistieke inslag hadden. [4] 

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen