polarisering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·la·ri·se·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord polarisering polariseringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de polariseringv

  1. (politiek) het vormen of verscherpen van maatschappelijke tegenstellingen
     Meer polarisering onder Obama: Barack Obama had de president willen zijn die het 'rode' en 'blauwe' Amerika zou verenigen, maar daar lijkt niet veel van te zijn terechtgekomen. De polarisatie tussen Republikeinen en Democraten is alleen maar toegenomen.[1]
     Ik ben intussen klaar met het opnemen van de straatinterviews. Veel mensen die ik aansprak, liepen door en wilden niet praten. Maar ik heb een paar mooie quotes kunnen optekenen over polarisering in de maatschappij en een grimmiger wordende sfeer in het land.[2]
  2. (natuurkunde) het vormen van polen met positieve en negatieve lading
  3. (natuurkunde) het richten van elektromagnetische golven, zoals licht
  4. (natuurkunde) het opheffen van een ongerichte toestand door het blootstellen aan een krachtenveld
  5. (scheikunde) het verschijnsel waarbij een ongelijksoortige ladingsverdeling ontstaat in een binding tussen atomen met een verschillende elektronegativiteit
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Meer polarisering onder Obama” (12-10-2012), NOS
  2. Bronlink Weblink bron
    Harmen Boerboom
    “Nog steeds 'censuur' in Suriname” (02-04-2012), NOS