poezel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- poe·zel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | poezel | poezels |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de poezel v
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | poezel | poezeler | poezelst |
verbogen | poezele | poezelere | poezelste |
partitief | poezels | poezelers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
poezel
- met zachte, ronde vormen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord poezel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "poezel" herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
31 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -el in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 41 %
- Prevalentie Vlaanderen 31 %