pneumatoloog

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pneu·ma·to·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pneumatoloog pneumatologen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de pneumatoloogm

  1. (religie) (christelijk) iemand bij wie de Heilige Geest een centrale rol in het geloof speelt
     Johannes XXIII is zijn paus, zoals Alfrink zijn bisschop is. Maar daarnaast stelt hij de werking van de Geest in het persoonlijke leven centraal, de Geest van het Veni sancte Spiritus, in de vertaling van Jan van Laarhoven: “de Geest die buigt wat star is, koestert wat bevroren is, recht wat kromgetrokken is, wast wat morsig is, drenkt wat dor is”. Dit is de spirituele theoloog Frans Haarsma. Misschien is hij als theoloog behalve ecclesioloog vooral ook pneumatoloog.[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 30 november 2022 Weblink bron Gearchiveerde versie
    Hans van der Ven
    “In Memoriam Frans Haarsma” (30 november 2009) op rk-kerkplein.org