pluralistisch

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plu·ra·lis·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen pluralistisch pluralistischer
verbogen pluralistische pluralistischere
partitief pluralistisch pluralistischers -

Bijvoeglijk naamwoord

pluralistisch

  1. gekenmerkt door een verscheidenheid aan culturen, groeperingen, godsdiensten e.d.
    • 'Helaas heeft hij ons advies niet altijd gevolgd. Hij heeft ingestemd met nuttige wetten en heeft het systeem meer pluralistisch gemaakt. Maar dat duurde wel erg lang. En het voorstel om een dialoog te starten komt ook maar traag op gang. Ondertussen blijft de opstand zich uitbreiden.' [1] 
    • Schumacher hanteert een derde vuistregel, om het nóg duidelijker te maken: populisten sluiten zich aan bij een al bestaande ideologie. Ze doen dat, zegt ook zijn UvA-collega Tjitske Akkerman, omdat het populisme van zichzelf een 'dunne ideologie' is. ,,Daardoor kan het zich hechten aan bijvoorbeeld het socialisme, fascisme of conservatisme. Niet aan het liberalisme, nee. Want dat heeft een pluralistisch maatschappijbeeld. Populisten zien het volk juist als enige en homogene bron van macht." [2] 
    • Ook verdere cultuurkritiek snijdt geen hout. Peterson scheert postmodernisten en marxisten over één kam omdat, volgens hem, voor beide groepen alles een kwestie van macht is. Maar marxisme wordt gekenmerkt door één waarheid en ijzeren zekerheden, terwijl postmodernisme pluralistisch is. [3] 

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tubantia 14-03-12 'Rusland zal niet militair ingrijpen in Syrië'
  2. Tubantia Mark van Assen 11-04-17, 'Wij zijn het volk'
  3. NRC Nynke van Verschuer 2 maart 2018 Handboek voor de gemankeerde man
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be