pluralisme
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pluralisme (hulp, bestand)
- IPA: /plyra'lɪsmə/
Woordafbreking
- plu·ra·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pluralisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het pluralisme o
- (filosofie) een leer die de werkelijkheid als een veelheid van individuele zelfstandigheden opvat
- In het nieuws spraken ze over pluralisme, maar ik wist niet wat dat inhield.
- een systeem dat het naast elkaar bestaan van verschillende principes en overtuigingen erkent
- Na het lezen van dit WikiWoordenboek-artikel ken ik echter beide betekenissen van het woord "pluralisme"!
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord pluralisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pluralisme" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -isme in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Filosofie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 86 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %