pluralisme

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plu·ra·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pluralisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het pluralismeo

  1. (filosofie) een leer die de werkelijkheid als een veelheid van individuele zelfstandigheden opvat
    • In het nieuws spraken ze over pluralisme, maar ik wist niet wat dat inhield. 
  2. een systeem dat het naast elkaar bestaan van verschillende principes en overtuigingen erkent
    • Na het lezen van dit WikiWoordenboek-artikel ken ik echter beide betekenissen van het woord "pluralisme"! 
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be