plumeau

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

stoffen met een plumeau
Uitspraak
Woordafbreking
  • plu·meau
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vederborstel’ voor het eerst aangetroffen in 1889 [1]
  • uit het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord plumeau plumeaus
verkleinwoord plumeautje plumeautjes

Zelfstandig naamwoord

de plumeaum [3]

  1. een stoffer die bestaat uit (imitatie) veren aan een steel, vooral geschikt voor het stofvrij maken van kwetsbare voorwerpen
    • ‘In deze technologische tijden, waar alles zich grotendeels digitaal afspeelt, kun je de voeling met de echte wereld weleens verliezen. Daarvoor bieden wij soelaas’, legt Simon Watkins van de Londense shop Labour and Wait uit. Zij verkopen zogenaamde ‘hardware’: mooie borstels, emmers, zepen, vuilblikken en aanverwanten. Wat als een veredelde Gamma begon, is intussen een heus bedevaartsoord voor designliefhebbers. Zij slaan er massaal het meest banale werkgerei in. Zodat het stof van hun designsofa kan weggeveegd worden met een minstens even mooie plumeau. [4] 
    • Musea hebben een grondige afkeer van alles wat bezoekers onbedoeld meenemen: vocht, luchtjes, schilfers, stof. Het is een professionele afkeer die ingegeven wordt door een heilig ontzag voor de collectie. De tijden zijn ver achter ons dat een museummedewerker voor openingstijd met een plumeau zachtjes het kostbare porselein streelde. Nu staat het porselein in stofdichte vitrines, waar niemand ooit meer kan aankomen. Althans, dat is het voornemen. Want soms moeten die vitrines toch weer open en het porselein eruit. Het kunstwerk wordt uitgeleend of vervangen door een ander stuk in de collectie. [5] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen