plugden in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plug·den in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inpluggen

plugden in

  1. meervoud verleden tijd van inpluggen
    • Wij plugden in. 
    • Jullie plugden in. 
    • Zij plugden in. 


Gangbaarheid