pludselige

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • plud·se·li·ge

Bijvoeglijk naamwoord

pludselige, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van pludselig

pludselige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van pludselig