pluche
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plu·che
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zware stof’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1625 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pluche | pluches |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
pluche o
- (textielindustrie) een zacht harig weefsel vaak gebruikt voor bedekking van meubels en speelgoed
- Dit pluche is gelukkig eenvoudig te reinigen.
Gangbaarheid
- Het woord pluche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "pluche" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.