ploegmanager

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ploeg·ma·na·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ploegmanager ploegmanagers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ploegmanagerm

  1. zakelijk leider van een sportploeg
     Voor Jonathan Vaughters, ploegmanager van Garmin-Sharp, was de zesde plek van Tom-Jelte Slagter in Luik-Bastenaken-Luik de bevestiging van wat hij al vermoedde. "Binnen een paar jaar zal Slagter klaar zijn om dit soort wedstrijden te winnen", zegt Vaughters. "Hij zal één van de beste klassiekerspecialisten ter wereld worden."[1]
     "Het profcontract is een beloning voor een sterke periode waarin Wesley heeft laten zien het niveau bij de profs aan te kunnen", sprak ploegmanager Daan Luijkx lovende woorden uit.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Vaughters: Slagter wordt wereldtop” (Maandag 28 april 2014, 20:00), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Kreder zegeviert in de Vendée” (Zondag 14 oktober 2012, 17:26), NOS