pleziermaakster
Uiterlijk
- ple·zier·maak·ster
- samenstelling van plezier zn en maakster zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pleziermaakster | pleziermaaksters |
verkleinwoord |
de pleziermaakster v
- vrouw die plezier heeft
- Het woord 'pleziermaakster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.