pleonastisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pleonastisch (hulp, bestand)
- IPA: /plejoˈnɑstis/
Woordafbreking
- ple·o·nas·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- via Frans pléonastique uit Latijn pleonasticus; op te vatten als afgeleid van pleonasme met het achtervoegsel -isch[1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pleonastisch | pleonastischer | |
verbogen | pleonastische | pleonastischere | |
partitief | pleonastisch | pleonastischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
pleonastisch
- een betekenis dubbel bevattend, een pleonasme vormend, met overtollige woorden
Gangbaarheid
- Het woord pleonastisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.