plekkerig
Uiterlijk
- plek·ke·rig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | plekkerig | plekkeriger | plekkerigst |
verbogen | plekkerige | plekkerigere | plekkerigste |
partitief | plekkerigs | plekkerigers | - |
plekkerig [1]
- van zaken die eerst gelijkmatig over een oppervlakte waren verdeeld maar nu vooral vlekken vormen
- Het woord plekkerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plekkerig" herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
42 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be