pleisterplaats

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

rustplaats tijdens een tocht
Uitspraak
Woordafbreking
  • pleis·ter·plaats
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pleisterplaats pleisterplaatsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pleisterplaatsv / m

  1. rustplaats tijdens een tocht
    • Dat plein aan het Noordstation was de afgelopen weken de pleisterplaats voor migranten die naar Engeland willen. Verschillende politieacties en arrestaties hadden ervoor gezorgd dat hun aantal de laatste dagen terugliep. [3] 
    • In Schwerte, de volgende pleisterplaats, blijkt het - halverwege de RuhrtalRadweg - gedaan met rustieke dorpjes en slanke witte kerktorens: het is zomaar een forse stad (48.000 inwoners) die naar het noorden aan de industriestad Dortmund is vastgegroeid. ’s Avonds eten we in de Rohrmeisterei. Nu een cultuurcentrum, vroeger een lijvig pompstation dat dienstdeed als Trinkwasserversorgung van Dortmund en omstreken. Met de moderne technieken is er geen pomp meer nodig. [4] 
  2. rustplaats voor trekvogels tijdens hun trek
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. pleisterplaats op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. de Standaard 14/september/2017 cds, ycs
  4. Tubantia Egbert Jan Riethof 23-september-2017
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be