playlist

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • play·list
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord playlist playlists
playlisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de playlistv / m

  1. een lijst met muzieknummers die men wil afspelen
     Die muziek? De playlist van een van de kinderen.[2]
     De playlist van Terpstra: van Jebroer tot Raymond van het Groenewoud[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. playlist op website: Etymologiebank.nl
  2. Renée van Marissing
    “Onze kinderen” (2021), Em. Querido's Uitgeverij op Wikipedia, ISBN 9789021414461
  3. Bronlink geraadpleegd op 26 april 2022 Weblink bron “De NOS gaat terug naar de dag dat Terpstra Vlaanderens Mooiste won” (03-04-2020), NOS