platonisch

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pla·to·nisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen platonisch platonischer
verbogen platonische platonischere
partitief platonisch platonischers -

Bijvoeglijk naamwoord

platonisch

  1. (filosofie) volgens de opvattingen van Plato
     Boven het oppervlak van de aarde valt er helemaal níéts te beleven. Dat is Wittgenstein. Tégen de platonische neiging om te zoeken naar de essentie, naar wat nou echt het goede is, of het huwelijk, of de dood.[1]
  2. (seksualiteit) (van liefde) zonder seks
    • Hij had met zijn vrouw een platonische relatie. 
     Poëzie schrijven en wekenlang chatten zonder vooruitzicht op een echte ontmoeting. Misschien bloeit de platonische liefde wel op.[2]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 oktober 2021 Weblink bron
    Jannetje Koelewijn
    “Schrijver Bert Keizer: ik denk zelden niet aan de dood” (24 januari 2020) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 oktober 2021 Weblink bron
    Haroon Sheikh
    “Corona toont hoe wij door duizend draadjes met elkaar verbonden zijn” (23 maart 2020) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be