platenwinkel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

platenwinkel
Uitspraak
Woordafbreking
  • pla·ten·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord platenwinkel platenwinkels
verkleinwoord platenwinkeltje platenwinkeltjes

Zelfstandig naamwoord

de platenwinkelm

  1. winkel waar men grammofoonplaten verkoopt
     Mischa had hem leren kennen toen hij in een platenwinkel in East Village werkte en volgens haar ging het gerucht dat hij de enige was die binnenkort echt zijn Pollock-moment zou beleven.[2]
     Dat vinyl stukken beter verkoopt dan een paar jaar terug, merken ze ook in platenwinkels. "Wij zijn in 2005 weer begonnen met meer vinyl aanbieden en dat is uitgegroeid tot wat het nu is. De verkoop is enorm toegenomen", zegt Anton Speijers van platenwinkel Concerto in Amsterdam.[3]
  2. winkel waar men reproducties en affiches verkoopt
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  3. Bronlink geraadpleegd op 19 februari 2022 Weblink bron “Dit is waarom twintigers vinylplaten kopen” (25-08-2016), NOS