plasticeren

Niet te verwarren met: plastificeren, plastiseren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  plasticeren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• plas·ti·ce·ren

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
plasticeren	plasticeerde	geplasticeerd
zwak -d	volledig

Werkwoord

plasticeren

1. overgankelijk (materiaalkunde) een kunststof verweken en kneedbaar maken door verlaging van het glaspunt door verwarming onder toevoeging van een plasticeringsagens

   • Kunststoffen worden vaak geplasticeerd om ze beter verwerkbaar en minder bros te maken. 

Vertalingen

    1. een kunststof verweken en kneedbaar maken door verlaging van het glaspunt onder toevoeging van een plasticeringsagens   

Engels: plasticize (en)

Gangbaarheid

• Het woord 'plasticeren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.