plasser
Uiterlijk
- plas·ser
- Naamwoord van handeling van plassen met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plasser | plassers |
verkleinwoord | plassertje | plassertjes |
de plasser m
- (persoon) iemand die urineert, vooral van het mannelijk geslacht
- Voortaan staan permanent twee fietsen tegen haar muur. Het ontmoedigt de eerste plasser en daarmee allen die na hem komen, zegt ze. "Vreemd genoeg plassen ze alleen op plaatsen waar een ander heeft gestaan." [2]
- Eén handicap: de rechtshandige plasser is staande tijdens hevige schommelingen nogal in het nadeel. Op de toiletten zit de handgreep rechts. [3]
- (anatomie), (informeel) mannelijk geslachtsorgaan
- Arie is een beetje dik. Hij heeft altijd grote korte broeken aan. Een keer zag ik zijn plasser eruit bungelen. Hé jóh, zei ik, ik zie je piemel! [4]
- Het kind had immers gesproken over: iets dat vader Henk had en zij, Miesje, niet — een plasser. [5]
- Merk op dat ze borsten begint te krijgen, misschien straks ook haartjes bij haar plasser. Het is toch hartstikke leuk dat met je dochter te bespreken? [6]
- [1] zeiker
- [2] fluit [6], jongeheer [2], leuter, lid [3], mannelijkheid [2], mannelijk lid, penis, piel [1], piemel, pik [1], potlood [3], roede [6], zaakje
- [1] wildplasser
(kindertaal, kinderlijk) penis
- Het woord plasser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plasser" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Snoeijen, M."Wallen doen dienst als open urinoir" in: NRC Handelsblad jrg. 24 nr. 262 (8 augustus 1994); p. 2 kol. 3; geraadpleegd 2019-02-01
- ↑ Boer, A. de"Overstappen in Gent-Sint-Pieters" in: De Volkskrant jrg. 71 nr. 20878 (27 maart 1993); p. 99 (Vervolg 43) kol. 7; geraadpleegd 2019-02-01
- ↑ Sleutelaar, H. (ed. R. van Scheers)"Het Mysterie van het Verdwenen Jongensboek" in: NRC Handelsblad jrg. 22 nr. 281 (29 augustus 1992); p. 16 kol. 3; geraadpleegd 2019-02-01
- ↑ Moszkowicz, M."Recht voor zijn raap. Signalen" in: De Telegraaf jrg. 101 nr. 32789 (3 juli 1993); p. 21 kol. 8; geraadpleegd 2019-02-01
- ↑ Ongesteld worden. Moeder speelt belangrijke rol menstruatie, Gezondheid en Co, 15 december 2013
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- plas·ser
Naar frequentie | 4960 |
---|
plasser
- gebiedende wijs van plassere
plasser, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van plass
- plas·ser
plasser
- gebiedende wijs van plassere
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Persoon in het Nederlands
- Anatomie in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 7
- Werkwoordsvorm in het Noors
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 7
- Werkwoordsvorm in het Nynorsk